Maatschappelijke organisaties
Ondanks de economische voorspoed zijn er nogal wat maatschappelijke organisaties in de financiële problemen gekomen. Het zijn vooral de organisaties die niet aan de eisen van financiële zakelijkheid voldoen. De oorzaak van het probleem is vaak zwakke besturing. Bestuurders die te lang op dezelfde stoel zijn blijven zitten en niet meegaan met de eisen van deze tijd. Het zijn meestal bestuurders met veel hart voor het inhoudelijke werk maar die op gebied van bedrijfsvoering onvoldoende hebben ingegrepen. Deze zachte heelmeesters laten stinkende wonden achter: een verwaarloosde organisatie op gebied van bedrijfsvoering. Harde reorganisaties met gedwongen ontslagen zijn dan nodig om te redden wat er nog te redden valt. Wat kan de medezeggenschap doen om zoiets te voorkomen?
Breed perspectief
Medezeggenschap uitoefenen in maatschappelijke organisaties vraagt om een breed perspectief. Maatschappelijke organisaties zijn organisaties die een collectieve taak uitvoeren en daar direct of indirect geld voor ontvangen van de overheid. Het gaat daarbij om onder andere zorgorganisaties, woningbouwcorporaties, welzijnsorganisaties en culturele instellingen. Zij hebben relatieve zelfstandigheid in het uitvoeren van hun taak maar de kaders zijn duidelijk: de opdracht is zorg aanbieden, woningen verhuren en culturele zaken bereikbaar maken tegen vooraf afgebakende prijzen of tarieven. Hoe de taak verricht wordt, daar bemoeit de overheid zich niet zozeer mee maar wel of de taak naar behoren wordt verricht. Men wordt afgerekend op de omvang en de kwaliteit van het resultaat.
Meegaan in verandering
Deze zakelijke manier van denken over maatschappelijke dienstverlening is een omwenteling die al enige jaren geleden in gang is gezet. Bij elke grote verandering heb je de zogenaamde early adapters, degenen die de verandering als een mooie uitdaging zien en er meteen mee aan de slag gaan. Je hebt de kat-uit-de-boom-kijkers, die even afwachten of het inderdaad zo’n vaart gaat lopen. En je hebt de late volgers. Dat zijn mensen die omgaan als de meeste andere betrokkenen ook om zijn. Het lijkt erop dat juist die laatste groep bestuurders het grootste gevaar vormt voor de maatschappelijke organisaties.
Professionele vrijheid en bureaucratie
Er wordt een waterscheiding zichtbaar als gevolg van snel volgen of (te) lang wachten. In de zorg is een aantal voorbeelden beschikbaar van bestuurders die onmiddellijk de verzakelijking opgepakt hebben en de zorginstelling als een onderneming zijn gaan leiden. Dat betekent de primaire zorgtaak uitvoeren maar met oog voor een gezonde financiële bedrijfsvoering. Voor (zorg)professionals was dit niet altijd even prettig of begrijpelijk. De harde economische opstelling leidde tot een versmalling van de professionele vrijheid. De bureaucratische rompslomp bleek een andere vervelende bijkomstigheid. Of het nou zorg, woningbouw of cultuur is: alle organisaties die met overheidsgeld werken, zijn aan een streng verantwoordingsregime onderworpen. Dat wil zeggen: veel administratie om te laten zien wat men doet en met welk resultaat.
Reorganisaties
Er zijn helaas bestuurders die oogkleppen opgezet hebben. Die zijn de maatschappelijke organisatie op de oude manier blijven besturen: het primaire proces stond centraal en de financiën en de verantwoording waren van secundair belang. Hoe sympathiek deze gedachte ook geweest mag zijn, deze organisaties staan nu aan de rand van de afgrond. Daar moet nu gereorganiseerd en gesaneerd worden, met collectieve ontslagen als logisch gevolg. Hier zijn zachte heelmeesters aan het werk geweest die stinkende wonden nalaten.
Lessen leren
Hopelijk worden uit deze pijnlijke situaties lessen geleerd. De kern is: overleven vraagt aanpassing aan de veranderende omstandigheden. Degene die dat niet doet, raakt uitgerangeerd. Je kunt geen oogkleppen opzetten als de politiek een nieuw financieel stelsel hanteert en dat aan alle maatschappelijke organisaties oplegt. Daar geen rekenschap van geven is een vorm van nalatigheid, geen blijk van bestuurlijke moed.
Niet registeren, niet betalen
Maar ook van medewerkers mag realiteitszin en een constructieve houding verwacht worden. Als de organisatie administratieve verantwoording eist dan is er geen keus: dat betekent de taken uitvoeren. Ik refereer hier aan voorbeelden uit de zorg waarbij zorgprofessionals de administratieve taken onvoldoende aandacht geven. Daardoor wordt verricht werk te weinig geregistreerd. Niet geregistreerd werk wordt niet betaald. De gevolgen zijn duidelijk: er gaat wel geld uit maar er komt onvoldoende binnen. Het loon moet betaald worden maar het verrichte werk wordt door de zorgverzekeraar of de gemeente niet betaald. Dat leidt tot verlies voor de organisatie, die dat natuurlijk niet eindeloos kan volhouden.
Medezeggenschap
Als ondernemingsraad is het verstandig notie te nemen van de kaders die de politiek stelt. Ondanks dat het misschien niet jouw (politieke) voorkeur heeft, is het huidige financiële stelsel wel de harde werkelijkheid. Het is dan verstandig om te kijken of bestuurder en medewerkers binnen die kaders hun werk uitvoeren. Dat betekent dat de bestuurder ook beoordeeld moet worden op de vraag of hij of zij voldoende anticipeert op de veranderingen. Zo niet, dan moet de bestuurder gemaand worden tot actie. Van de medewerkers mag integriteit gevraagd worden: als de organisatie beleid uitzet met het oog op een gezond financieel resultaat, binnen de professionele kaders, dan is het niet verstandig als de medewerkers dat bewust niet uitvoeren. Dergelijk gedrag ondermijnt het voortbestaan van de organisatie. Dat neemt natuurlijk niet weg dat er door de bestuurder goed gecommuniceerd moet worden waarom er zo gewerkt moet worden. Er moet uitgelegd worden waarom allerlei administratieve handelingen verricht moeten worden. Ook mag van bestuurders verwacht worden dat ze er alles aan doen om professionals te vrijwaren van overbodige bureaucratie. Maar het voortbestaan van de organisatie is de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen en daar mag inzet voor gevraagd worden.
(c) Agnes Nibbeling