Extra administratieve taak
De klimaatverandering is een ernstige bedreiging van de leefbaarheid. Eén van de grootste oorzaken van de klimaatverandering is de CO2 uitstoot. Verkeer, met een mooi woord mobiliteit, is een grote bron van CO2. Dus wil de overheid de mobiliteit zo veel mogelijk beperken of in elk geval zo duurzaam mogelijk maken. Daarom heeft de overheid een registratieplicht van CO2 uitstoot door mobiliteit ingesteld voor 100+ bedrijven.
Mobiliteit registreren en beperken
Het doel is dat we ons gaan verplaatsen met vervoersmiddelen die nauwelijks of geen CO2 uitstoten. We verplaatsen ons om privé redenen, maar de meeste mobiliteit doen we in het kader van werk. Dat is woon-werkverkeer en zakelijk verkeer binnen werktijd. Daarmee wordt veel CO2 uitgestoten en dat wil de overheid zo veel mogelijk beperken. Daarom moeten per 1 juli 2024 bedrijven met meer dan 100 werknemers hun werkverkeer registreren. Praktisch houdt dit in dat werkgevers de woon-werk kilometers en de zakelijke kilometers van de werknemers moeten registreren om zo inzicht te krijgen in hun CO2 uitstoot. Met deze maatregel wil de overheid inzicht krijgen in de impact van zakelijk verkeer op het milieu. Let wel, het gaat om personenvervoer en niet om goederentransport.
Administratieve rompslomp
Deze nieuwe maatregel brengt natuurlijk een hoop administratieve rompslomp met zich mee. Maar het is een keuze die de werkgevers zelf afgedwongen hebben. Eigenlijk wilde overheid al meteen een norm opleggen voor de maximale hoeveelheid CO2 die mag worden uitgestoten. Maar de werkgevers wilden eerst zelf de ruimte om de uitstoot vrijwillig te verminderen. Daarvoor krijgen ze de tijd tot 2027. Om te zien of die vermindering ook gehaald wordt, moet er dus gemeten worden. Om te kunnen meten of de vermindering gehaald wordt, moet er geregistreerd worden. Een hoop extra administratie dus, maar het biedt ook kansen om duurzaam beleid te voeren. Daar kan de OR over meedenken.
Werkkilometers uitsplitsen
Het werkt als volgt: bedrijven dienen alle werkkilometers te registeren en uit te splitsen naar vervoersmiddel. Dat wil zeggen, auto, motor, scooter, fiets en openbaar vervoer, En ook naar brandstof: benzine, diesel, gas, hybride, elektrisch, of zelf getrapt, zoals bij de fiets. De gegevens moeten geregistreerd worden in een eigen administratiesysteem, en doorgegeven worden aan het E-Loket van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Gedrag veranderen
Deze administratieve maatregel moet werkgevers ertoe aanzetten om de werknemers zo duurzaam mogelijk te laten reizen. Dat is een uitdaging waar de OR over kan meedenken. Op basis van artikel 28 van de WOR heeft de OR een stimulerende taak op gebied van milieu. Hier ligt een mooie kans. Want er zal out-of-the-box gedacht moeten worden om de CO2 uitstoot naar beneden te krijgen. De uitdagingen zitten namelijk niet zozeer in de vervoersmiddelen. Er zijn voldoende alternatieven voor de fossiele brandstof auto’s die tot op heden veel gebruikt worden. Het zal een gedragsverandering vragen van mensen, en die zijn moeilijker te bereiken. Woon-werkverkeer wordt vaak gedaan met eigen vervoersmiddelen. Dus als daar iets in moet veranderen, dan grijpt dat ook in in de privésfeer van de medewerker. Als een werknemer een privé auto heeft, bijvoorbeeld een op benzine rijdende Volkswagen Golf uit 2019 waarmee hij dagelijks naar het werk rijdt, dan zal dat dezelfde auto zijn waarmee hij in de zomer met de caravan naar Zuid-Frankrijk rijdt. Als de werknemer die benzine auto moet inruilen voor een elektrische auto, dan heeft dat veel impact op zijn privé mogelijkheden. Niet alle betaalbare elektrische auto’s kunnen een caravan trekken. De vakantie gaat er dus anders uitzien. Kortom, de administratie mag een fikse opdracht zijn, de gedragsverandering wordt een veel grotere opdracht. Daar kan de OR aan bijdragen, als hij dat wil.
Evaluatie in 2026
De CO2 registratie is niet vrijblijvend. De registratie gaat in per 1 juli 2024. In 2026 wordt er geëvalueerd of men voldoende resultaat heeft bereikt. Dat wil zeggen dat gekeken wordt of de organisaties onder een collectief uitstootplafond zijn gebleven. Zo niet, dan wordt er alsnog een norm opgelegd in 2027. Dat wil zeggen dat er een collectief CO2 uitstootplafond wordt opgelegd. Het uiteindelijke doel is dat er in 2030 een reductie van 1,5 Megaton CO2 plaatsvindt. Waarschijnlijk krijgen bedrijven een maximale uitstootnorm opgelegd die afgestemd is op het aantal medewerkers en hun reiskilometers. Als het bedrijf over de norm heengaat, moet er een boete betaald worden. Dit laatste is nog niet volledig uitgewerkt dus hoe de sancties precies uitpakken, is nog afwachten. Saillant detail in dit hele plan is dat vliegverkeer buiten beschouwing wordt gelaten, terwijl dat toch een fikse bijdrage levert aan de CO2 uitstoot.
De OR kan meedenken
Het loont de moeite om de ontwikkelingen rond deze maatregel te blijven volgen. Nog beter is om op de registratie voorbereid te zijn. Enerzijds vraagt dat om het opzetten van een administratief systeem. Anderzijds vraagt het gedragsveranderingen die nodig zijn bij zowel werkgevers als werknemers. De OR kan meedenken over deze veranderingen en daarin de organisatie- en werknemersbelangen behartigen.