In deze tijden van het Coronavirus komen er veel berichten op je af. Sommige berichten zijn geruststellend maar veruit de meeste leiden tot onrust en bezorgdheid. Je hoofd kan er van gaan tollen. Om orde in die chaos te krijgen is het verstandig om hoofd- en bijzaken te scheiden. Het is belangrijk om de focus te houden op wat voor jou belangrijk is. Daarvoor is deze opdracht: Het kralenspel: 10 vragen en een slotopdracht zorgen ervoor dat jij je gedachten weer op orde krijgt.
Het kralenspel helpt je om een lastige situatie te analyseren zodat je bij een goed inzicht komt. Het spel vraagt jou om antwoord te geven op tien vragen. Ze gaan over de feitelijke situatie waarin je verkeert, ze gaan over jou, over de mogelijke manieren kijken en over je verbeelding. Samen leiden ze jou naar het inzicht hoe je tegen de nieuwe situatie aan kunt kijken en er mee om kunt gaan.
Neem rustig de tijd om op alle vragen antwoord te geven. Schrijf zoveel je wilt.
De vragen
Eerst de feiten:
1/ Wat is de situatie? Wat is de ervaring? Wat is er gebeurd? Wat zijn de omstandigheden?
2/ Waar komt het vandaan? Hoe is deze situatie ontstaan? Wat is de achtergrond? De geschiedenis? Wat is het hittepunt, de crisis, de onvermijdelijke keuze?
3/ Waar gaat het heen? Hoe zal de situatie zich ontwikkelen? Wat is de verwachte toekomst? Welk vooruitzicht is er?
4/ De kwestie: wat is jouw vraag, jouw thema, jouw focus in dit onderzoek?
Dan de persoon:
5/ Wat denk je? Welke verhalen, beelden en opvattingen heb je in je hoofd bij deze kwestie?
6/ Voelen: waar ben je bang voor? Waarover ben je verontwaardigd? Waar word je verdrietig van? Maar ook: wat geeft je vertrouwen? Waarvan word je kalm? Wat geeft je inspiratie?
7/ Willen: Wat wil je? Waar verlang je naar? Aan welke verleidingen sta je bloot?
Vervolgens de betekenis:
Hoe kan men tegen deze situatie en de toekomst aankijken?
8/ Groot: Maak je zienswijze of interpretatie of de betekenis van wat er nu gebeurt heel groot. Hoe denk je dan? Wat voel je dan? Wat wil je dan? Overdrijf bewust, zodat alles overschaduwd wordt door deze kwestie.
9/ Maak het heel klein, zodat het lijkt alsof het allemaal niets betekent. Maak de lading van de situatie alsof het niets voorstelt. Hoe denk je dan? Hoe voel je je dan? Wat wil je dan? Zoek bewust de tegenstelling op met het ‘hele grote’ van vraag 8.
Als laatste het inzicht:
10/ Wat is de zienswijze die recht doet aan de werkelijkheid? Wat is het juiste inzicht dat niet doorschiet in het te groot maken maar ook niet in het te klein maken?
Wat kan je nu helpen?
- Welke moed, kracht of bezieling wordt er nu van je gevraagd?
- Wat moet je inhouden, opgeven of maat mee houden?
- Wat moet je realistisch onder ogen zien?
- Wat is nodig om alles in balans te houden?
Formuleer tenslotte in één zin wat de sleutel voor jou is om je goed te blijven voelen in deze situatie.
Uit: Vrije ruimte, Praktijkboek, Filosoferen in organisaties, Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert, 2009