Blog

17/10/2024

Medezeggenschap is breder dan advies- of instemmingsrecht

Bij medezeggenschap wordt vaak gedacht aan het adviesrecht en het instemmingsrecht. Als onderwerpen in de organisatie daar niet onder vallen dan lijkt het alsof de OR geen rechten heeft. Maar er zijn verschillende artikelen in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) die het mogelijk maken om als OR over veel zaken mee te praten in de organisatie. Ik benoem ze in dit artikel zodat ondernemingsraden weten dat ze het recht hebben om hun inzichten te delen met de bestuurder. Ik besteed extra aandacht aan de artikelen over informatie zodat duidelijk is dat de OR ook voldoende informatie kan vergaren om mee te praten.

Al haar doelstellingen

Ten eerste staat in artikel 2 van de WOR dat de ondernemer een OR moet instellen zodat deze kan meepraten over de organisatie in al haar doelstellingen. Dus de OR is er om mee te praten over de organisatie en alle aspecten die daarbij van belang zijn. Het goed functioneren van de onderneming is daarmee niet alleen een zaak van de ondernemingsleiding maar ook van de werknemers, door middel van de inspraak door de OR. De aanwezigheid van een ondernemingsraad is natuurlijk belangrijk voor de sociale doelstellingen, zoals het bieden van goede werkomstandigheden en een eerlijke beloning, maar ook voor de bedrijfseconomische omstandigheden. Anders gezegd, de OR mag op basis van dit artikel vrijwel overal over mee praten, zolang het bijdraagt aan het goed functioneren van de organisatie. Dus als de OR mee wil praten over de strategische koers van het bedrijf dan valt dit niet meteen onder het adviesrecht, maar mag de OR er over discussiëren met de bestuurder omdat dit belangrijk is voor het bedrijf.

Het overleg

Het tweede artikel dat veel ruimte biedt voor de OR, is artikel 23. Artikel 23 van de WOR regelt het overlegrecht van de OR. De bestuurder en de OR dragen beide onderwerpen aan voor de overlegvergadering. Ook dit artikel biedt de OR de mogelijkheid om onderwerpen aan te kaarten buiten het adviesrecht en het instemmingsrecht. De OR mag alle onderwerpen op de agenda laten zetten die belangrijk zijn voor de organisatie. Bij die onderwerpen moet men denken aan alle sociale, organisatorische, financiële en economische zaken. Individuele casuïstiek valt hier buiten maar verder maakt deze opsomming het mogelijk om over vrijwel alle relevante zaken in de organisatie te praten. Dus als de OR ideeën heeft over de inzet van steeds meer zzp-ers of over de groei van het bedrijf, onderwerpen die niet meteen vallen onder advies- of instemmingsrecht, dan nog mag de OR hierover van gedachten wisselen met de bestuurder.

Het initiatief

Ook geregeld in artikel 23 is het initiatiefrecht. De OR mag ook buiten de overlegvergadering initiatiefvoorstellen doen. Dit kan bijvoorbeeld op het terrein van arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden of op gebied van personeelsbeleid. Maar eigenlijk heeft de OR de vrijheid om op elk terrein voorstellen te ontwikkelen die bijdragen aan het goed functioneren van de organisatie. Als de OR zo’n voorstel op papier zet, dan moet dit voorstel minstens één maal in de overlegvergadering worden besproken. De bestuurder is niet verplicht om de voorstellen over te nemen.   

Toezichthoudende taak

Het volgende artikel dat veel ruimte biedt voor de OR is artikel 28 van de WOR. Artikel 28 kent de OR een stimulerende en controlerende taak toe. Met dit artikel wordt de OR een soort interne toezichthouder op het beleid van de bestuurder. De OR heeft volgens dit artikel de taak om toezicht te houden of de bestuurder zich houdt aan de voorschriften op gebied van arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden (cao), en arbeids- en rusttijden. Ook ziet de OR toe op gelijke behandeling, zorg voor het milieu en de invloed van werknemers op de inrichting van hun werk. Dit artikel maakt het mogelijk om het gesprek aan te gaan over de inzet van personeel, de beloning van het personeel en de bescherming van het personeel. Dit alles bestrijkt een breed palet aan onderwerpen waarop de OR dus mag meepraten.

Informatie

Meepraten zonder informatie heeft geen zin. Maar gelukkig is het informatierecht in de Wet op de Ondernemingsraden goed geregeld. De wet kent zowel passief informatierecht als actief informatie recht. Passief informatierecht betekent dat de OR informatie moet ontvangen zonder dat hij daar om hoeft te vragen. Het gaat daarbij om de alle basisinformatie over het bedrijf maar ook de begroting, het financieel jaarverslag en het sociaal jaarverslag. De OR moet ook de informatie ontvangen over de beloningsverhoudingen binnen het bedrijf.  

Actief informatierecht houdt in dat als de OR om informatie vraagt, en kan aantonen dat hij dit redelijkerwijs nodig heeft, dat de bestuurder deze informatie dan moet verstrekken. Vaak gaat het om aanvullende informatie bij advies- of instemmingsaanvragen. Maar de OR kan ook informatie opvragen over beleidskeuzes die gemaakt worden waarover de OR geen advies- of instemmingsrecht heeft. Bijvoorbeeld de maandelijkse verzuimcijfers of omzetcijfers per vestiging. Natuurlijk kan men hierover twisten wat nodig is of niet, maar vragen kan altijd. En als men het grondig oneens is of het redelijk is of niet, dan kan de Kantonrechter om een uitspraak worden gevraagd.

Tot slot

Medezeggenschap is vooral meepraten over de organisatie. Soms, op belangrijke momenten, krijgt de OR een advies- of een instemmingsaanvraag. Maar de discussies in de overlegvergadering zijn minstens zo belangrijk. En dan is het goed om te weten dat de OR op basis van de WOR over veel zaken kan meepraten, zonder dat er een advies- of instemmingsaanvraag aan te pas komt.

Wilt u ondersteuning in uw gesprekken met de bestuurder? Neemt u dan contact op.

Deel dit artikel op social media

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *