Kleine ondernemingsraden
Er zijn in Nederland tal van organisaties die een omvang hebben van tussen de vijftig en honderd medewerkers. Organisaties met deze grootte hebben volgens de Wet op de Ondernemingsraden recht op een ondernemingsraad van vijf leden. In sommige sectoren hebben bedrijven met minder dan 50 medewerkers ook een ondernemingsraad. Kleine ondernemingsraden hebben hun eigen vraagstukken. De omvang van de organisatie bepaalt sterk de manier waarop de ondernemingsraad in de organisatie staat en zijn resultaten kan behalen. In dit artikel licht ik een aantal vraagstukken uit waar kleine ondernemingsraden tegenaan lopen.
Aandachtspunten bij kleine ondernemingsraden zijn: de omgang met de bestuurder, de informatietoevoer, de formele weg naar de rechter en de relatie met de achterban.
De aanwijzing is: let bij het zoeken naar oplossingen niet teveel op de grote ondernemingsraden maar ontwikkel je eigen werkwijze.
Bestuurder en OR
Kenmerkend voor kleine organisaties is dat de medewerkers en de directeur elkaar goed kennen. De sociale afstand tussen leidinggevende en werknemer is klein. Dat heeft in de dagelijkse werkzaamheden veel voordelen maar in de context van de medezeggenschap kan het wel eens lastig zijn. De directeur voelt zich erg verbonden met zijn of haar bedrijf. Vaak is er sprake van een directeur-eigenaar wat nog eens de machtspositie en de affiniteit met het bedrijf versterkt. Zo’n directeur is minder geneigd om de macht te delen met andere partners. In een groot bedrijf is sprake van een machtsarena waarin verschillende partijen invloed uitoefenen op het beleid en daar ook een positie in hebben: Raad van Bestuur, Raad van Toezicht, managementteam, misschien nog een cliëntenraad en een vertegenwoordiging van de vakbonden, naast de OR. In een kleine organisatie is de directeur veel meer een leider die zelf veel bepaalt. De macht delen met een inspraakorgaan valt vaak niet mee. Wat ik vaak hoor in gesprekken met bestuurders van kleine organisaties is: wij doen hier niet zo moeilijk, je kunt alles tegen me zeggen, de deur staat altijd open. Ja, dat klopt ook wel maar dat betekent nog niet dat de beïnvloedingsruimte groot is, zeker niet op cruciale punten.
Informatie
Dat hangt onmiddellijk samen met het volgende aandachtspunt: informatietoevoer. Het is me al vaak opgevallen dat ondernemingsraden in kleine organisaties de basisinformatie die nodig is om medezeggenschap uit te oefenen, niet ontvangen. Het meest prangende voorbeeld vond ik een ondernemingsraad van een kinderopvang-organisatie die de financiële cijfers niet ontving, terwijl daar de eindejaarsuitkering voor de medewerkers van afhankelijk was. Door het uitblijven van die cijfers kon de OR niet vaststellen welk percentage er gehanteerd moest worden voor de eindejaarsuitkering. Nu zijn die cijfers uiteindelijk ook wel via een omweg te verkrijgen maar het maakt het functioneren van een OR erg lastig. Een ander voorbeeld was dat een klein transportbedrijf een deel van zijn werkzaamheden wilde outsourcen naar een groot transportbedrijf. Bij de adviesaanvraag over deze overdracht van werkzaamheden hoorde een financiële onderbouwing. De ondernemingsraad heeft deze cijfers nooit mogen inzien. Op basis hiervan heeft de OR besloten niet te adviseren.
Informeel
Om bovenstaande situaties te beïnvloeden, zijn meerdere wegen mogelijk, waaronder de gang naar de rechter. Die weg zal een kleine ondernemingsraad niet snel bewandelen. De reden daarvoor is weer gelegen in het feit dat de afstand tussen de medewerkers en de directeur klein is. De gang naar de rechter zet de verhoudingen tussen bestuurder en OR altijd onder druk. Maar het wordt nog spannender als je vandaag in de rechtszaal zit en morgen gewoon weer een deur verder aan het werk bent naast de directeur. De formele weg is eigenlijk nauwelijks aantrekkelijk voor kleine ondernemingsraden. Je moet wel erg stevig in je schoenen staan om de sociale druk om “niet zo moeilijk te doen” te weerstaan. Ter vergelijking: Bij grote ondernemingsraden kan het zo zijn dat medewerker en bestuurder elkaar alleen treffen in overlegvergaderingen. Dat zijn op zichzelf al enigszins formele momenten. Deze medewerkers zullen na het overleg weinig meer merken van het ongenoegen dat de formele stap van de OR bij de bestuurder heeft opgeroepen.
Achterban
De ondernemingsraad in een kleine organisatie kent de achterban over het algemeen goed. Het zijn directe collega’s. Dat heeft voor- en nadelen. Een voordeel is dat de achterban snel haar vragen en opmerkingen bij de OR kwijt kan. Medezeggenschap by walking around in optima forma. De andere kant is dat de OR wel eens als een overbodig orgaan wordt beschouwd omdat mensen hun invloed direct kunnen uitoefenen bij leidinggevende of directeur. Een OR in een kleine organisatie moet zich meer beraden op de vraag bij welke thema’s hij meerwaarde heeft als vertegenwoordiger van de achterban, dan een OR in een grote organisatie.
OR wel nodig?
Een OR in een kleine organisatie is wel degelijk nodig. Er zijn altijd collectieve vraagstukken die voor de hele achterban geregeld moeten worden. Vaak is het ook zo dat kleine organisaties, om welke reden dan ook, niet of slechts gedeeltelijk onder een CAO vallen. In zulke organisaties is de OR bij uitstek degene die de arbeidsvoorwaarden moet afspreken. Andere belangrijke thema’s zijn de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuimbeleid. Juist in kleine organisaties wil men nog wel eens te makkelijk omspringen met de arbeidsomstandigheden, terwijl de lasten ook zwaar zullen drukken als medewerkers arbeidsongeschikt worden. Een voorbeeld daarvan was een voedselproducerend bedrijf waar in de zomermaanden de temperatuur in de fabriekshal kon oplopen tot boven de 40 graden. De OR gaf aan dat dit onmenselijke omstandigheden waren om in te werken. De reactie van de directeur was dat dit slechts enkele keren per jaar voorkwam en dat hij het afgelopen jaar een aantal keren op ijsjes had getrakteerd. Tegelijkertijd kwam de afvoer van de airconditioning uit de kantoorruimte in diezelfde fabriekshal uit. De ondernemingsraad heeft er uiteindelijk voor kunnen zorgen dat er aanpassingen werden gedaan die het voor de medewerkers iets draaglijker maakten, al werden niet alle problemen naar behoren opgelost vanwege het argument dat de kosten voor aanpassingen te hoog waren. Dat is een punt om rekening mee te houden in kleine bedrijven met een directeur-eigenaar: de directeur-eigenaar voelt elke investering in zijn eigen portemonnee. Dat maakt het lastiger om geld uit te geven waar hij niet direct het voordeel van ziet.
Vijf tips
Kortom, ondernemingsraden hebben wel degelijk een meerwaarde in kleine organisaties. De uitvoering van de medezeggenschap is lastig maar niet onmogelijk. Hier volgens 5 tips voor effectieve medezeggenschap.
Tip 1:
De invloed van ondernemingsraden in kleine organisaties wordt bepaald door de beïnvloedingskracht op basis van goede relaties en goede communicatieve vaardigheden. Meer dan in grote organisaties spelen de persoonlijke kwaliteiten van de OR-leden een rol in de relatie met de bestuurder. Men kan zich minder verbergen achter de wet, men moet het hebben van het overleg met de bestuurder. Dat overleg moet enerzijds assertief en duidelijk zijn, anderzijds moet het voortdurend gericht zijn op het behoud van de relatie.
Tip 2:
Ga eens spreekwoordelijk in de schoenen van je bestuurder staan en kijk vanuit diens optiek naar de situatie. Dat geeft al meteen meer begrip voor diens standpunt. Van daaruit is het makkelijk argumenten te bedenken die voor de ander acceptabel zijn.
Tip 3:
Maak gebruik van het feit dat de lijnen kort zijn. Zoek de informatie op door regelmatig in gesprek te zijn met de bestuurder en eventuele staf- of managementleden.
Tip 4:
Houd je eigen vergaderfrequentie hoog. Zeg niet: er gebeurt hier niet zoveel, we vergaderen maar vier of zes keer per jaar. Kom regelmatig bij elkaar, al is het maar kort. De informatievoorziening moet een doorgaand proces zijn, zeker als er weinig gebruik wordt gemaakt van formele adviesaanvragen.
Tip 5:
Een ondernemingsraad in een kleine organisatie leunt vooral op zijn eigen kwaliteiten. Het is daarom verstandig regelmatig te investeren in eigen scholing.
Heeft u ondersteuning nodig, neem dan gerust contact op.