De ouderenzorg verkeert in een crisis. De belangrijkste reden hiervoor is het personeelstekort en dat tekort gaat alleen maar oplopen. Op dit moment staan er al ruim 20.000 ouderen op de wachtlijst voor een plek in het verpleeghuis. Dat gaan er, zonder andere maatregelen, veel meer worden. Als we vooruit kijken weten we dat er binnen nu en 10 jaar één derde deel van de 475.000 medewerkers in de zorg met pensioen zal gaan. De scheefgroei tussen mensen die hulp nodig hebben en mensen die zorg verlenen zal dus verder toenemen. Daarom zijn er maatregelen nodig die er voor zorgen dat iedereen de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft, ook als in 2040 25% van de bevolking uit ouderen bestaat.
Uitgangspunt
Iedereen wordt een keer afhankelijk van zorg. Er bestaan wel grote verschillen tussen mensen. Bij theoretisch opgeleiden is de periode dat men op oudere leeftijd zorg nodig heeft 1,5 tot 3 jaar. Bij praktisch opgeleiden is die periode gemiddeld 17 jaar. Op dit moment wordt de meeste zorg thuis geleverd. Intramurale zorg in bijvoorbeeld verpleeghuizen is er alleen voor de zeer hulpbehoevenden. Het streven is om iedereen die de zorg echt nodig heeft, deze zorg te bieden, ook in de toekomst.
Oplossingen
De oplossingen voor goede zorg moeten buiten de gebaande paden gezocht worden. Er zal bijvoorbeeld nog meer mantelzorg nodig zijn. Er zullen nieuwe woonvormen moeten komen, zodat ouderen onderling voor elkaar kunnen zorgen. Deze vorm van sociale innovatie zie je terug bij de zogenaamde Knarrenhoven. Een Knarrenhof is een woonconcept waarbij ouderen bij elkaar wonen met als basis dat men voor elkaar zorgt, voor zover dat kan. Er zal ingezet gaan worden op re-ablement, oftewel, ouderen zullen zelf vaardigheden gaan ontwikkelen om voor zichzelf, en voor anderen te zorgen.
Organisatie van de zorg
Ook hoe de zorg georganiseerd is, zal moeten veranderen. Eén van de grote pijnpunten in de zorg is de bureaucratie. De regeldruk is te groot; er gaat te veel tijd verloren aan administratieve taken. Het wantrouwen waarop de administratieve bureaucratie gestoeld is, mag vervangen worden door meer vertrouwen in de zorgprofessional. Tevens zal bij de werving van personeel meer gekeken moeten worden naar wat de medewerker kan (bekwaam), in plaats van welk papiertje zij meeneemt (bevoegd). In die zin verschuift het hulpaanbod binnen de zorgsector. Het gaat al lang niet meer om alleen ‘zorgen voor’, maar vooral om ‘zorgen dat’. Ook verschuift de nadruk van zorg naar welzijn.
Perverse financiële prikkels
Een apart aandachtspunt in de zorg zijn de perverse financiële prikkels die in het zorgsysteem zitten. In de zorg wordt handelen en behandelen betaald. Niets doen, wat soms beter is, wordt niet betaald en daar kiezen zorgverleners logischerwijs niet voor. Met name in de medisch-specialistische zorg worden meer handelingen verricht dan goed is. De medisch specialist verdient aan een medische ingreep maar voor de patiënt, en voor de samenleving, is het soms beter om niets te doen. Die financiële volumeprikkel zou uit het systeem moeten. De zorg zou een shift moeten maken van minder medisch-specialistische zorg naar meer welzijn voor ouderen. Dat zou veel werk en veel geld schelen.
Technische innovatie
In de zorgsector mag veel verwacht worden van de technische innovatie: de verdere inzet van digitalisering, E-health, domotica en de inzet van robots. Natuurlijk moet daarbij altijd de menselijke maat in het oog worden gehouden. De technologie kan immers ook vervreemdend werken. Maar het is verstandig om de technologie in te zetten als het iets oplevert. Daar wordt op dit moment nog onvoldoende gebruik van gemaakt. De technologie kan op vier terreinen van grote waarde zijn. De technologie kan
- eenvoudige zorghandelingen van een zorgverlener overnemen
- een vorm van gezelschap opleveren
- ouderen activeren en meer laten bewegen
- door middel van metingen voorspellingen doen van ontwikkelingen en behoeften op gebied van gezondheid
Een voorbeeld van het overnemen van zorghandelingen is de slaaprobot. De slaaprobot registreert de onrust tijdens de slaap en anticipeert daarop, waardoor doorslapen mogelijk wordt. Dat ontlast de zorgverlener die anders persoonlijk langs moet komen om de cliënt weer gerust te stellen om in slaap te komen.
Het gebruik van big data
Er kunnen veel collectieve gegevens verzameld worden over de gezondheid van mensen, dat heet wel big data. Data kunnen van grote waarde zijn. Het is vanzelfsprekend belangrijk om de data op de juiste manier te gebruiken. De data moeten geen doel op zich zijn maar ze moeten nuttig zijn om te gebruiken. Zo kunnen data bijdragen aan het sneller en beter vaststellen van diagnoses. Of voorspellingen doen van te verwachten ziektebeelden. Privacy is een heikel punt rondom het gebruik van data. De privacy is noodzakelijk om individuele mensen te beschermen maar privacy vormt ook een obstakel als het gaat om het goed geregisseerd gebruik van grote hoeveelheden (anonieme) informatie.
Er mag dus veel verwacht worden van de technologie, mits men bereid is om er gebruik van te maken. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de technologie zich zó snel ontwikkelt dat het nu niet valt te voorspellen wat er in 2040 allemaal mogelijk is. Dat is een veelbelovend vooruitzicht.
Kwaliteit van leven
De crisis in de ouderenzorg vraagt een nieuwe visie op leven en gezondheid. Het gaat daarbij om ethische vragen over hoe men oud wil worden en hoe men in het leven wil staan. Daarbij moet gekeken worden naar de driehoek van levenswaarden:
Voor ieder mens, maar zeker voor ouderen, zijn de volgende drie waarden van groot belang voor het levensgeluk: autonomie, betekenisgeving en sociale contacten. Bij autonomie gaat om de ruimte om zelf te kunnen beslissen hoe men leeft. Bij betekenisgeving gaat het er om dat men voor meer leeft dan alleen voor zichzelf. Dat men bijdraagt aan iets wat groter is dan de persoon zelf. Bij sociale contacten gaat het erom dat men zich verbonden voelt met anderen. De zorgverlening zal meer moeten aansluiten op deze drie waarden. De vraag zal zijn: hoe willen mensen oud worden en wat draagt bij aan hun kwaliteit van leven? De zorg zal minder gericht moeten zijn op grote medische ingrepen, minder gericht op genezen op hoge leeftijd. Het draait meer om welzijn in het leven van alledag. Er moet gezocht worden naar passende zorg, die bijdraagt aan levensgeluk. Dit is geen verkapte bezuiniging want er gaat jaarlijks alleen maar meer geld naar de zorg in plaats van minder. Het gaat om ethische keuzes: wat draagt bij aan een goed leven?
Zorg teruggelegd in de samenleving
Voor goede zorg zal er ook meer een beroep moeten worden gedaan op de omgeving van mensen. De professionele zorg zal zich alleen nog kunnen richten op diegenen die het echt nodig hebben. De zorg zal weer teruggelegd worden in de samenleving waarbij mensen onderling de zorg leveren en regelen. De taak van de overheid wordt, noodgedwongen, het faciliteren, agenderen en inkaderen van de zorg. De zorg voor elkaar vraagt een cultuuromslag: een toename van onderlinge solidariteit. Het individualisme zal weer plaats moeten maken voor collectief denken. Zo’n cultuuromslag is een verandering die zich langzaam zal voltrekken maar er zijn steeds meer goede voorbeelden van mensen die uit eigen initiatief voor elkaar willen zorgen.
Preventie
Preventie krijgt relatief weinig aandacht maar zou een cruciale factor kunnen zijn in het betaalbaar en uitvoerbaar houden van de zorg. Zoals in het begin van dit artikel al aangegeven is er een groot verschil in gezondheidsverwachting tussen theoretisch opgeleiden en praktisch opgeleiden. In de aanloop naar het overlijden ervaren theoretisch opgeleiden gemiddeld 1,5 tot 3 jaar een slechte gezondheid. Zij hebben dus 1,5 tot 3 jaar zorg nodig. Bij praktisch opgeleiden is dit een periode van 17 jaar. Als door preventie die 17 jaar bijvoorbeeld naar 10 jaar teruggebracht kan worden dan scheelt dat al een enorme zorgvraag. Er valt veel winst te behalen als men inzet op minder gebruik van tabak, suiker, vet en alcohol. Het probleem is echter dat preventie zorgaanbieders financieel niets oplevert. Ook hier spelen de perverse financiële prikkels in de zorg een kwalijke rol: behandelen levert geld op, preventief waarschuwen niet. Dus waarom zou je veel tijd steken in preventie als je er toch niks aan verdient? Dit moet vanuit de overheid anders aangestuurd worden.
Tot slot
De ouderenzorg verkeert in een crisis en als er niks gebeurt, wordt het probleem alleen maar groter. Gelukkig gebeurt er wel al veel goeds. De technologie ontwikkelt zich razendsnel. Er ontstaat een andere manier van denken over leven en kwaliteit van leven en de rol die medische zorg daarin speelt. Mensen zijn zich steeds bewuster dat de overheid het allemaal niet meer kan oplossen en nemen zelf initiatief. Maar er is ook nog werk te doen. Bijvoorbeeld op gebied van preventie valt nog veel gezondheidswinst te halen. Ook de perverse financiële prikkels in het huidige zorgsysteem moeten opgeheven worden. Het wantrouwen waarop de bureaucratie gestoeld is, mag plaats maken voor vertrouwen in de zorgprofessional. Kortom, overheid en samenleving zijn beide aan zet voor goede zorg in de toekomst.
(c) Agnes Nibbeling