De RET helpt om je doelen te bereiken
Het kan spannend zijn om in de overlegvergadering iets tegen de bestuurder te zeggen. Vooral als je de bestuurder wilt tegenspreken kan de spanning hoog oplopen. Soms kiezen ondernemingsraadsleden er dan maar voor om niets te zeggen. Of om een vraag te stellen, terwijl er eigenlijk geen behoefte aan informatie is. Wat kun je doen om de spanning te overwinnen? De RET kan je helpen anders te denken en anders te doen.
Gedachten kunnen je belemmeren
Als je in de overlegvergadering tegen de bestuurder wilt zeggen dat je het niet met hem eens bent, en je doet dat op redelijke gronden, dan is er eigenlijk geen reden om het niet te zeggen. Maar wat er waarschijnlijk gebeurt, is dat er allerlei gedachten door je hoofd gaan waardoor het wèl onredelijk of niet gepast lijkt dat je het zegt. Daar zit nou precies het probleem. Door verkeerde, belemmerende gedachten, doe je niet wat je in alle redelijkheid wel mag doen: de bestuurder vertellen dat je het niet met hem of haar eens bent.
Belemmerende gedachten uitdagen
Wat kun je doen tegen die belemmerende gedachten? Als je in de overlegvergadering iets tegen de bestuurder wilt zeggen, kunnen er gedachten in je opkomen als: “Wie ben ik nou om dat te zeggen?” “Heb ik er eigenlijk wel verstand van?” Of: “Hij is de baas en ik werk maar gewoon op de afdeling.” Dat soort gedachten kunnen je ontmoedigen om te zeggen wat je wilt.
Laten we beginnen met de eerste belemmerende gedachte: “Wie ben ik nou om dit tegen de bestuurder te zeggen?” Er klinkt in door dat je te onbelangrijk bent om iets tegen de bestuurder te zeggen. Het klinkt alsof je minder waard bent. Als we die gedachte uitdagen dan stel je je zelf de vragen: Klopt het wel dat ik zo onbelangrijk ben? Klopt het wel dat ik minder waard ben? Op beide vragen zul je “Nee” antwoorden. Je bent wel degelijk belangrijk. Je zit in de OR dus het is je taak om met de bestuurder in debat te gaan. De bestuurder moet er op voorbereid zijn dat jij als OR-lid een reactie geeft op het beleid.
Dan de tweede gedachte: “Heb ik er eigenlijk wel verstand van?” Je zult je ongetwijfeld voorbereid hebben met de rest van de OR. Je zult stukken gelezen hebben en er over gediscussieerd hebben. Waarschijnlijk ga je iets zeggen wat je afgestemd hebt met de rest van de OR en dat is waardevol om te weten.
Dan de derde gedachte: “Hij is de baas en ik werk op de afdeling.” Als je die gedachte uitdaagt, dan kun je zeggen: juist omdat ik op de afdeling werk kan ik er wat van zeggen. Ik weet wat er op de werkvloer leeft, ik weet wat mijn collega’s belangrijk vinden. Juist daarom moet ik dit in de overlegvergadering zeggen.
RET werkt met een eenvoudig schema
De methode die hier staat beschreven heet de Rationeel Emotieve Training. De Rationeel Emotieve Training (RET) heeft als basis dat ons denken ons gevoel bepaalt. Als je een slecht gevoel krijgt door je gedachten dan ga je dingen anders invullen dan je eigenlijk zou willen. Belemmerende gedachten of irrationele gedachten zitten ons vaak in de weg. Daardoor is het zinvol om ze uit te dagen en te onderzoeken of ze wel kloppen. Als ze ons een slecht gevoel geven, moeten we ze onderzoeken of we er andere gedachten voor in de plaats kunnen zetten.
De RET werkt met een eenvoudig schema dat iedereen zelf kan toepassen. Met het ABC-schema kun je je eigen gedrag, gedachten en gevoel onderzoeken en zorgen dat je bereikt wat je wilt.
A is de gebeurtenis, zoals hier boven de overlegvergadering waarin je niet tegen de bestuurder zegt dat je het met hem oneens bent.
B zijn de gedachten: wie ben ik nou helemaal, heb ik er wel verstand van, ik werk maar op de afdeling.
C zijn de gevoelens, je wordt onzeker, je voelt je klein, je voelt je ongelijk aan de bestuurder, je gaat tegen hem opkijken
G zijn je doelen: je wilde wat tegen de bestuurder zeggen maar je durfde het niet. Nu heb je je doel niet gehaald: je hebt niet gezegd dat je het met hem oneens bent.
Het ABC-schema aanvullen
Het ABC-schema moet aangevuld worden met D.
D: de uitdaging van je gedachten: klopt het wel wat ik denk? Ben ik minder, ben ik onbelangrijk, heb ik minder relevante kennis?
Door D te doen kom je bij:
E: een effectieve nieuwe opvatting die er voor zorgt dat je wèl je doelen haalt. Een constructieve opvatting is: ik zit in de OR, dus ik mag dit zeggen. Sterker nog, het is mijn taak! Ik werk op de werkvloer en daardoor weet ik heel goed hoe sommige maatregelen uitpakken. Ik weet wat mijn collega’s belangrijk vinden en dat moet ik hier zeggen want ik ben hun vertegenwoordiger. Ik draag bij aan een beter besluit door de bestuurder tegen te spreken want het is een slecht plan.
Als je je belemmerende gedachten van B uitdaagt en er effectieve gedachten (E) voor in de plaats zet, dan zul je je anders voelen, namelijk zelfverzekerder. En omdat je je zelfverzekerder voelt, ga je ander gedrag vertonen en ga je je doel bereiken: G. Je gaat tegen de bestuurder zeggen dat je het niet met hem eens bent.
Het schema wordt dus:
A=situatie waarin je niet doet wat je wilt.
B= je gedachten zijn niet productief.
C= je voelt je onzeker door je onproductieve gedachten.
D= je daagt je gedachten uit of ze wel kloppen.
E= je plaatst er constructieve, helpende gedachten voor in de plaats.
G= je gaat doen wat je wilt doen en je bereikt je doel.
Wat zijn constructieve gedachten?
In het begin is het best lastig je belemmerende gedachten te vervangen door constructieve gedachten. Want wat is een goede gedachte? Goede, rationele gedachten zijn gedachten die overeenkomen met de werkelijkheid. Het zijn gedachten die mensen helpen om hun doelen te bereiken. Irrationele gedachten zijn gedachten die niet logisch zijn, vaak dwingend of veroordelend zijn. Of gedachten die alles te groot, te moeilijk of te dramatisch voorstellen. Het herkennen van rationele of irrationele gedachten vraagt oefening en kan ook goed aangeleerd worden in een training.
RET is overal toepasbaar
Deze manier van denken is niet nieuw. Eigenlijk gaat deze aanpak al terug tot de Griekse filosofen. De aanpak is concreet gemaakt door Albert Ellis, een Amerikaanse psycholoog. Het is een goede aanpak voor momenten waarop je je onzeker, vervelend of ongemakkelijk voelt waardoor je niet doet wat je wilt. De remedie is: onderzoek wat je denkt, en zijn je gedachten wel goed voor jezelf? Zo niet, probeer er andere, helpende gedachten voor in de plaats te zetten. Het mooie van deze methodiek is dat je hem overal kunt toepassen. Je kunt er in veel situaties baat bij hebben.